Fietsstraat: is de fietser koning in een fietsstraat?
Men hoort vaak zeggen dat de fietser de absolute koning is in een fietsstraat? Maar klopt het ook wel om te zeggen dat de fietser heer en meester is? In dit artikel lees je het antwoord.
In fietsstraten mogen de fietsers de ganse breedte van de rijbaan gebruiken bij eenrichtingsverkeer.
Bij tweerichtingsverkeer, mogen fietsers slechts fietsen op dat deel van de rijbaan gelegen rechts van de helft van de rijbaan.
Fietsers moeten dus niet uiterst rechts blijven rijden in een fietsstraat.
Ook motorvoertuigen zoals de wagen, bromfiets, motorfiets etc. zijn toegelaten in een fietsstraat. Wel moeten motorvoertuigen steeds achter de fietser blijven. Het spreekt voor zich dat de nodige veiligheidsafstand dient gerespecteerd te worden. Ga dus zeker de fietser niet opjagen om sneller te rijden door heel kort achter de fietser te rijden.
De maximaal toegelaten snelheid in een fietsstraat bedraagt 30 km/u.
Wat met de voorrangsregels in een fietsstraat?
Niettegenstaande verschillende berichtgevingen in de media, blijft voorrang aan rechts de hoofdregel tussen bestuurders in een fietsstraat. Dit wilt zeggen dat als er een bestuurder uit een openbare weg (geen pad/aardeweg) van rechts komt op een kruispunt (met voorrang aan rechts) met een fietsstraat, de bestuurder die van rechts komt voorrang blijft behouden. Dit geldt dus ook als de bestuurder (die van links komt) in de fietsstraat een fietser betreft. We kunnen dus besluiten dat de stelling 'De fietser is koning in de fietsstraat' geldt als het aankomt op het inhaalverbod van de fietser, maar niet op de voorrangsregels.
Mag een fietser een fietser inhalen in een fietsstraat?
JA!
Het inhaalverbod in een fietsstraat geldt enkel voor motorvoertuigen. Fietsers mogen elkaar dus gerust inhalen, indien ze kunnen voldoen aan de regels betreffende het inhalen (vb. binnen bebouwde kom minstens 1 meter zijdelingse afstand, buiten bebouwde kom minstens 1,5 meter zijdelingse afstand).